Menu

Klantenportaal

Nieuws

Kabinetsbesluit ERTMS bedreigt concurrentiepositie spoorgoederenvervoer

19 Juni 2019

Het Nederlandse kabinet heeft besloten het huidige treinbeveiligingssysteem ATB EG te vervangen door het Europees verplichte European Rail Traffic Management System (ERTMS). ERTMS kent vele versies, die te vaak niet interoperabel zijn. Nederland kiest voor de versie ERTMS Level 2 Baseline 3. RailGood maakt zich grote zorgen over de negatieve effecten op het spoorgoederenvervoer van de voorgenomen Nederlandse aanpak met slechts een gedeeltelijk uitrol van ERTMS tot 2032. Deze voor vervoerders uitermate dure technologie dreigt te worden ingevoerd zonder dat er voor hun een sluitende business case is. Door de programmabeslissing ERTMS moet er nu voor 116 tot 318 miljoen euro worden geïnvesteerd in opwaardering, ombouw en vervroegde vervanging van goederenlocomotieven. Daartegenover staat geen waarde voor de goederenvervoerders in de komende 15 jaar. Dat zet een verantwoorde bedrijfsvoering van het spoorgoederenvervoer op (middel)lange termijn ernstig onder druk. Het reizigersvervoer wordt volledig gecompenseerd door de rijksoverheid voor de effecten van de uitrol van ERTMS Level 2 Baseline 3. Dit betreft compensatie voor zowel de ombouw en opwaardering van de reizigerstreinen als voor het onderhoud daarvan. Het kabinet laat het goederenvervoer in de kou staan door slechts de helft van de kosten van de ombouw en opwaardering van de locomotieven te compenseren. De extra kosten van noodgedwongen vervanging van locomotieven wordt zelfs genegeerd. Dit zet de gewenste groei van het spoorgoederenvervoer en de modal shift van weg naar spoor op (middel)lange termijn fors onder druk. Aan de Tweede Kamer wordt een te positief beeld geschetst in de programmabeslissing ERTMS. Mooie woorden, maar geen boter bij de vis. De rijksoverheid heeft belang bij van deze ERTMS uitrol. Het huidige beveiligingssysteem ATB is na een halve eeuw aan vervanging toe. Alleen de rijksschatkist is erbij gebaat dat de uitrol over maar liefst 25 jaar wordt gespreid. Het Nederlandse kabinet wil per se voorop lopen in het voldoen aan een Europese verplichting. Met ERTMS worden kosten verplaatst van de spoorweginfrastructuur naar de treinen. Alle reden dus waarom RailGood het kabinet dringend oproept ook de goederenvervoerders volledig te compenseren voor de negatieve bedrijfseconomische impact van de uitrol van ERTMS Level 2 Baseline 3 in Nederland. Een onvermijdelijke reverse modal shift van spoor naar de weg moet worden afgewend. Nu de Nederlandse regering heeft besloten voorop te gaan lopen in Europa, moet het Programma ERTMS de opdracht krijgen om 100% technische en operationele interoperabiliteit met Duitsland te waarborgen. Dit omdat 85% van het goederenvervoer de Nederlands-Duitse grens passeert. Ook zal Nederland dan te zijner tijd samen met Duitsland economische schaalvoordelen kunnen realiseren. Tevens moet er voorlopig (ook) zonder ERTMS gerangeerd kunnen worden om de first en last mile van de spoorketen niet onbetaalbaar te maken. Ook pleit RailGood ervoor dat, nu Nederland gaat migreren naar ERTMS, de spoorlijnen met beveiligingssysteem ATB NG, waarvoor nauwelijks goederenlocomotieven beschikbaar zijn, zo snel mogelijk aan het uitrolprogramma worden toegevoegd.

Afgelopen 10 jaar is op de Betuweroute aangetoond dat ERTMS fors kostenverhogend werkt, terwijl er voor de goederenvervoerders geen waarde tegenover staat. Een misvatting bij de rijksoverheid is dat ERTMS een Europees interoperabel verkeersmanagement- en spoorbeveiligingssysteem is. In theorie is dat wel het strategische doel, maar in de praktijk en komende 15 jaar is dat (nog) geenszins het geval. De voorgenomen ERTMS-uitrol elimineert de komende 15 jaar niet de inefficiënte lappendeken van niet-interoperabele systemen. Nederland is daarbij koploper met de mêlee aan beveiligingssystemen ATB EG, ATB NG en 4 versies van ERTMS op de spoorlijnen waar goederenverkeer rijdt. De vijfde versie is met ERTMS Level 2 Baseline 3 nu in aantocht. Zwitserland werkt inmiddels alweer aan de volgende baseline 4 per 2025. De haven van Antwerpen wordt ontsloten met ERTMS Level 2.3.0d, dezelfde versie als op de Betuweroute.

Door de programmabeslissing ERTMS moeten de locomotieven in Nederland komende 5 tot 7 jaar massaal worden opgewaardeerd en omgebouwd voor ERTMS Level 2 Baseline 3. Dat kost 200.000 tot 500.000 euro per locomotief, als het technisch mogelijk blijkt nationale locomotieven om te bouwen. De investeringen in ERTMS locomotieven voor de Betuweroute moeten versneld worden afgeschreven. Het is immers niet mogelijk om met Betuweroute-locomotieven op spoorlijnen met baseline 3 te rijden. Betuweroutelocomotieven zijn reeds 25% duurder dan locomotieven die in Duitsland rijden.
Speciale aandacht vraagt de noodzaak tot een versnelde vervanging van nationale locomotieven als gevolg van de migratie van ATB EG naar ERTMS in de komende 10 jaar. Er worden forse technische en economische barrières verwacht voor de ombouw van oude(re), maar superefficiënte locomotieven voor ERTMS. Er is een effectieve aanpak nodig om de Nederlandse spoorweginfrastructuur generiek geschikt te maken voor de moderne (vaak lichtere) shortline, feeding en last-mile locomotieven die in andere Europese landen gewoon zijn toegelaten. Daartoe dient ook het zwaar verouderde GRS-detectiesysteem met spoorstroomlopen op delen van het gemengde net te worden vervangen door assentellers. De toelatingsprocedure voor nieuwe locomotieftypes moet fors kostenefficiënter worden.
Een extra kostenpost voor de goederenvervoerders is dat ERTMS veel storingsgevoeliger is dan de stabiele bestaande spoorsystemen. ERTMS vergt tevens meer en duurder onderhoud van de locomotieven.
Naar verwachting moeten gedurende de looptijd van het Programma ERTMS in totaal 500 tot 600 goederenlocomotieven worden omgebouwd, opgewaardeerd en vervroegd worden vervangen. RailGood schat in dat er in totaal investeringen en kosten van tussen 116 tot 318 miljoen euro, exclusief subsidies, nodig zijn gedurende de looptijd van het Programma ERTMS.

Door de lange uitrolperiode met de nodige ATB-eilanden (o.a. Rotterdam, Amsterdam, Utrecht) en de daardoor inherente vele interfaces met ATB-spoorlijnen die pas tussen 2031 en 2050 worden voorzien van ERTMS is het risico op interfaceproblemen tot lang na 2026-2031 zeer reëel. Met name de Bentheimroute die Nederland met Noord-Europa, Polen, Tsjechië, Rusland en China verbindt, wordt hierdoor geraakt. De haven-industriële gebieden Amsterdam IJmond en Vlissingen Sloe zijn tot zeker 2033 niet bereikbaar via spoorlijnen zonder ATB-eilanden. Interfaceproblemen leiden per definitie tot faalkosten bij vervoerders en een onbetrouwbaarder transportproduct. Gebrek aan interoperabiliteit betekent altijd hogere kosten omdat de locomotieven altijd meer systemen aan boord moeten hebben.

Met ERTMS worden tegelijkertijd kosten van de infrastructuur naar de locomotieven verplaatst. Daar hebben de rijksoverheid (en ProRail) voordeel van. Dezelfde rijksoverheid heeft er belang bij spoorlijnen alleen van ERTMS te voorzien en niet met duurdere duale systemen (dus ERTMS én ATB EG) uit te rusten. De rijksoverheid heeft budgettair belang bij een langdurige fasering in de tijd. Gevolg is automatisch dat de vervoerders langdurig worden verplicht hun treinen/locomotieven duaal uit te rusten, hetgeen voor hun kostbaar is. Kortom: de voordelen zijn voor de rijksoverheid en de nadelen voor de goederenvervoerders. Waarom alleen de goederenvervoerders? Omdat staatsbedrijf NS en het regionale reizigersvervoer wel volledig worden gecompenseerd door de rijksoverheid voor de effecten van de uitrol van ERTMS Level 2 Baseline 3. Zowel voor de ombouw en opwaardering van de treinen als voor het onderhoud daarvan. Terwijl de goederenvervoerders voor slechts de helft van de kosten van de ombouw en opwaardering van de locomotieven worden gecompenseerd en geheel niet in de hoge extra kosten van het onderhoud aan de goederenlocomotieven.

Belangrijk voor een concurrerend spoorgoederenvervoer is ook dat er efficiënt gerangeerd kan worden. Dat kan voorlopig alleen zonder ERTMS. De huidige rangeerlocomotieven kunnen technisch en economisch niet worden omgebouwd voor ERTMS. Ook zijn er voorlopig nog geen nieuwe rangeerlocomotieven voor de Nederlandse markt beschikbaar. Concurrerende rangeerlocomotieven zijn onmisbaar voor de relatief dure last mile van het spoorgoederenvervoer. Verder werpt ERTMS de nodige operationele barrières op.

Ook pleit RailGood ervoor dat, nu Nederland gaat migreren naar ERTMS, de spoorlijnen met beveiligingssysteem ATB NG, waarvoor nauwelijks goederenlocomotieven beschikbaar zijn, zo snel mogelijk aan het uitrolprogramma worden toegevoegd. Het gaat hier om de Basisnetroutes Roermond-Venlo (Chemelot) en de Twentekanaallijn (Zutphen-Hengelo) alsmede de shortlines van en naar de Groningse havens en multimodaal knooppunt Veendam. ATB NG belemmert het spoorgoederenvervoer enorm in zijn concurrentiekracht en markttoegang en leidt tot suboptimale routeringen van goederentreinen door Nederland, ook van Basisnet-treinen (gevaarlijke stoffen).

Met 50% subsidie, waar mogelijk aangevuld met EU-geld uit de Connecting Europe Facility (CEF), is er geen verantwoorde business case voor de opwaardering en ombouw van goederenlocomotieven alsmede de vervanging van oudere maar superefficiënte locomotieven. De huidige aanpak staat op termijn een verantwoorde bedrijfsvoering in het spoorgoederenvervoer in de weg. Het risico is zeer groot dat bij aanvang en tijdens de uitrol van ERTMS onvoldoende locomotieven beschikbaar zijn voor ERTMS Level 2 Baseline 3 om de spoorgoederenvervoervolumes in Nederland af te kunnen wikkelen. De huidige programmabeslissing ERTMS maakt een gezonde groei van het spoorgoederenvervoer onmogelijk en draagt zeker niet bij aan de zo gewenste modal shift van de weg naar spoor om een belangrijke bijdrage te leveren aan het beperken van toenemend goederenvervoer over de weg en het beperken van uitstoot die slecht is voor het klimaat. Dit zijn belangrijke mobiliteitsdoelen uit het regeerakkoord. Doelen die we alleen kunnen halen de goederenvervoerders volledig worden gecompenseerd voor de negatieve bedrijfseconomische impact van de uitrol van ERTMS Level 2 Baseline 3 in Nederland. Het is zaak dat het Nederlandse kabinet de private bedrijven in de vrije markt op het spoor niet aan hun lot overlaat met de ERTMS uitrol in Nederland.